De drie religies van Nepal
Een
bekende grap is dat er in nepal drie religies zijn die belangrijk zijn voor de
economie: hinduisme, buddhisme en toerisme. Zoals in de meeste van dit soort
grappen zit er natuurlijk wel een kern van waarheid in. De drie zijn dan ook
soms zo met elkaar verweven dat het moeilijk is de een van de ander te
onderscheiden. Buddhisten en hindu's bezoeken soms zelfs dezelfde tempels en
delen sommige goden. Toeristen bezoeken alle tempels zonder onderscheid te
maken. Maar er zijn ook verschillen: Hindu's zijn vaak ingetogen, buddhisten
vreedzaam en toeristen vooral luidruchtig en asociaal. Hindu's respecteren
buddhisten en omgekeerd, toeristen respecteren vooral zichzelf.
De bevolking van Nepal bestaat voor 80% uit Hindu's. Ze vormen daarmee dus ook een belangrijke economische factor. Het hele land en met name de Kathmanduvallei staat dan ook vol met Hindutempels geweid aan Shiva en Vishnu in hun verschillende gedaanten, hun echtgenotes, zoals Shiva's vrouw Parvati en kinderen zoals Ganesh, de tweede zoon van Shiva met het hoofd van een olifant. Wat betreft die laatste vertelt de legende dat Shiva na een lange tijd van huis zijn vrouw Parvati in bed aantrof met een vreemde man. In woede ontstoken rukte hij het hoofd van die man eraf om vervolgens tot de ontdekking te komen dat het zijn eigen zoon Ganesh was die inmiddels de puberteit had bereikt en ook wel eens een verzetje wilde. Aangezien het hinduistische pantheon nou niet barst van de aantrekkelijke jonge dames was dit kennelijk voor de betrokkenen een acceptabele oplossing. Mama Parvati was boos op papa Shiva en beval hem hun zoon weer tot leven te wekken. Shiva zwoor toen Ganesh het hoofd te geven van het eerste dier dat hij tegenkwam en dat was toevallig een olifant. Ganesh was kennelijk niet voor het geluk geboren, want dol op zoetigheid als hij was was hij ook nogal corpulent. Toen de Maan daar grapjes over maakte brak hij zijn linkerslagtand af en gooide die vergeefs naar de Maan. Beeltenissen van Ganesh zijn dus makkelijk herkenbaar aan een olifantenhoofd met een missende linkerslagtand.
De
buddhisten zijn klein in aantal maar groots in hun aanwezigheid. Behalve de
inheemse buddhisten bevinden zich in de Kathmanduvallei ook nog talloze groepen
Tibetaanse buddhistische vluchtelingen die op de vlucht zijn voor de Chinese
bezetters. De buddhisten zijn echter uitbundiger in hun vieringen en bouwen
bovendien reusachtige stupa's: witte koepels met daarop een vierkante harmika,
met een paar ogen aan elke kant. Opd e harmika bevinden zich 13 opeenvolgende
schijven die de dertien stadia voorstellen voor het bereiken van nirvana.
Helemaal bovenop bevindt zich de paraplu. De opbouw van de stupa bevat nog veel
meer symbolische elementen, waarbij elke laag een van de vijf elementen
voorstelt (aarde, water, lucht, vuur, ether/hemel). In de meeste stupa's liggen
relikwieen begraven zoals de resten van historische buddha's.
Het
heilie relikwie van de meeste toeristen is de foto- of videocamera. De toerist
is een levend bewijs van een van de meer metafysische stellingen van de
quantummechanica, namelijk dat je nooit een meting kunt verrichten zonder dat te
verstoren wat je wilt meten. Banjerend over gebedskussens, monniken opzij duwend
en offerandes vertrappend als een kudde wilde neushoorns worstelen de toeristen
zich over de durban pleinen. Bij de gaths van Pashupatinanth komt dit
verschijnsel het sterkst tot uitdrukking: aan de ene kant van de rivier worden
jammerende vrouwen afgevoerd als de lichamen van hun geliefde overleden
familieleden worden verbrand aan de andere kant staan rijen toeristen de
brandende lichamen te fotograferen en te filmen. Waar men in Varanasi nog een
geen-foto beleid had heeft men dat hier totaal laten varen en is het onderdeel
van de cultuur geworden. Waar aan de ene oever de rokende resten van de
brandstapels zonder pardon de rivier in worden geschoven duiken aan de andere
kant Nepalese jongetjes vanaf de ghats in het water om te zwemmen tussen de nog
nastomende asresten van hun opa's en oma's.